Johan Jelgerhuis, 1827
In de cijnsboeken moeten twee personen betalen voor één perceel van 22½ voet (= 6,48 m). Dit is de breedtemaat van het huis inclusief de linker zijmuur en het pothuis in de Orthenstraat. Dat er twee cijnsplichtigen worden genoemd zal verband houden met het pothuis. In 1520 moet Godfried Mercelis een deel betalen, daarna zijn zoon. Het tweede deel wordt eerst betaald door Mathijs van Haren, daarna door zijn zoon. Beiden zijn bakker van beroep. In 1547 is er ook nog sprake van Jan 'die becker'. De bakkerij zal wel in het hoofdpand zijn ondergebracht. In de eerste helft van de eeuw betaalt mr. Jacob Donck de jonge de zettingen, later ook de hertogcijns. We kennen zijn vader al van de panden Visstraat 21 en 23. Tegen het eind van de 16de eeuw is de tingieter Gijs Janss cijnsplichtige. Bij de opgave van de inkwartiering in 1603 wordt echter Jan Jacops 'inden Rinck' genoemd. Aangezien het pand aan het eind van de 19de eeuw op de kelder na geheel vernieuwd is, weten we weinig van de oude situatie. Uit het metselwerk van de kelder blijkt dat het pothuis mogelijk uit de 13de of 14de eeuw dateert. De kelder, die vanuit de Visstraat toegankelijk is, heeft een tongewelf dat nog in 15de eeuw kan zijn aangelegd. Het gewelf loopt tot ongeveer halverwege het pand. Hier moeten we de scheiding tussen het voor- en achterhuis situeren. Deze plaats komt overeen met de breedte die in het cijnsboek genoemd wordt voor het achterhuis. De kelder hieronder bezat ook een tongewelf, waarvan de kruin evenwijdig aan de Orthenstraat lag. Op de 19de-eeuwse aquarel van J. Jelgerhuis staat het hoekhuis met een aangrenzend pand zijn weergegeven (zie beschrijving Visstraat 3). Het brede hoekhuis met een pothuis aan de zijkant zou mogelijk het pand Visstraat 1 kunnen zijn. Het pand telt twee bouwlagen met zolder. De kap heeft een flauwe dakhelling en is asymmetrisch. De voorgevel geeft een tweedeling te zien, die op een insteekverdieping over de halve breedte van het pand duidt. Een dergelijke hangkamer is verder in 's-Hertogenbosch niet aangetroffen. De eerste verdieping is over de volle breedte voorzien van kruiskozijnen die geheel door luiken waren afgesloten. Het dakschild aan de voorzijde en de vorm van de kap doen vermoeden dat deze later (in de 17de eeuw?) veranderd is. De zijgevel is van baksteen met op de begane grond een houtskeletconstructie met schoren aan de buitenzijde. De zijgevel heeft op de begane grond een ingang met een spitsboog, een kelderluik en een pothuis. Twee bolkozijnen vlak onder | 466 |
de uitkraging van de eerste verdieping doen vermoeden dat er in de 17de eeuw een insteekverdieping is aangebracht. De bakstenen gevel van de eerste verdieping rust op een muurplaat die op de geschoorde houtskeletconstructie ligt. De gevel bezit bolkozijnen met luiken en ontlastingsbogen. Deze elementen wijzen eveneens op een bouw in de 17de eeuw. De personen die in het begin van de 16de eeuw genoemd worden bij het heffen van de zettingen zijn voor beide bouwdelen dezelfden. De latere hertogcijnzen zijn echter over verschillende personen verdeeld, zodat mag worden aangenomen dat beide bouwdelen in de loop van de 16de eeuw van elkaar gescheiden zijn. In 1520 moet de bekende Hendrik Donck betalen voor een keldermond ter breedte van 22 voet (= 6,33 m). Voor de aanleg ervan was in 1510 toestemming verkregen. Tegen het eind van de eeuw wordt deze hertogcijns over twee personen verdeeld. Mogelijk heeft dit te maken met een latere uitbreiding van de keldermond verder de straat in. Hierdoor springt de rooilijn nu nog ruim 1,20 m naar voren. | 467 |
BeschrijvingAlgemeen:Het pand op de hoek van de Visstraat en de Orthenstraat heeft een vijfhoekige plattegrond en omvat een kelder, een begane grond, twee verdiepingen en een zolder onder een samengesteld en met pannen gedekt schilddak. Het hoekpand heeft een overhoekse gevel, het dakvlak is ter plaatse van iedere knik voorzien van een hoekkeper. Het perceel waarop het pand is gebouwd, is georiënteerd op de Visstraat. Oorspronkelijk betrof het hier een woning met een voor- en een achterhuis, gescheiden door een brandmuur. In een latere fase zijn de delen bij elkaar getrokken.Voorgevel (Visstraat):Deze voorgevel die op het zuiden is georiënteerd, is een bepleisterde lijstgevel met drie vensterassen en een moderne winkelpui om de begane grond. De hardstenen onderdorpels van de schuiframen op de eerste verdieping zijn opgenomen in een waterlijst. Hetzelfde geldt voor de stolpramen op de tweede verdieping. De kozijnen van de vensters hebben een kwartrond profilering en zijn vermoedelijk negentiendeeeuws. De gestucte kroonlijst is voorzien van een geprofileerde bakgoot.De overhoekse gevel:De smalle overhoekse gevel is bepleisterd en op de verdiepingen voorzien van bossering. De dubbele deur op de begane grond is modern. De deuropening op de eerste verdieping geeft toegang tot het franse balkon op hardstenen en voluut-vormige consoles en is net als de vensteropening op de tweede verdieping voorzien van een stucwerk omlijsting. De dubbele deuren zijn voorzien van een dubbel bovenlicht, het venster op de tweede verdieping heeft twee stolpramen. De waterlijsten in de voorgevel zijn in de overhoekse gevel doorgezet. De kozijnen hebben een kwartrond profilering en zijn vermoedelijk negentiende-eeuws. De gestucte kroonlijst is voorzien van een geprofileerde bakgoot.Rechterzijgevel Visstraat 1 en de Voorgevel van Orthenstraat 2/2a:De rechterzijgevel van de Visstraat 1 bestaat uit twee delen. Het linkerdeel 1 heeft een bepleistering die op de begane grond is voorzien van een blokmotief. Op hetzelfde niveau bevindt zich een deuropening met ter linkerzijde een moderne etalage. Het geprofileerde deurkozijn heeft een geprofileerd kalf en een tweeruits bovenlicht. De zware naar binnen draaiende deur is negentiende-eeuws. De verdiepingen hebben twee vensterassen en zijn stilistisch identiek aan de voorgevel.Het rechterdeel van de zijgevel van Visstraat is voorzien van een bepleistering. Op de begane grond bevindt zich een venster met een gepro- | 1 |
De gevel aan de Orthenstraat en de overhoekse gevel.
fileerd kozijn. De gevel is op de verdiepingen blind. De waterlijsten zijn over dit deel van de gevel doorgezet. De gestucte kroonlijst is voorzien van een geprofileerde bakgoot. De bepleisterde voorgevel van Orthenstraat 2/2a (van oorsprong pothuizen) springt terug ten opzichte van de zijgevel van Visstraat 1 en ligt in het verlengde van de voorgevel van het buurpand Orthenstraat 4. Op de begane grond is een eenlaags uitbouw aanwezig waarvan de twintigste-eeuwse pui in één lijn ligt met de zijgevel van de Visstraat 1. Op de eerste verdieping bevindt zich een deuropening die toegang geeft tot het dak annex het balkon op de eenlaags aanbouw. Het geprofileerde kozijn is voorzien van dubbele deuren en een tweeruits glas-in-loodraam. Het venster op de tweede verdieping is identiek aan de stolpvensters in de rechterzijgevel van Visstaat 1. De gestucte kroonlijst is voorzien van een geprofileerde bakgoot.Linkerzijmuur:De linkerzijmuur is de gemeenschappelijke muur met het puurband Visstraat 3 en is uit het zicht.Achtermuur:De achtermuur, een gemeenschappelijke muur met het buurpand Orthenstraat 4, is niet in het zicht.Interieur:Het interieur maakt geen deel uit van deze verkenning.Redengevende omschrijvingHet hoekpand heeft monumentale waarde vanwege de gevels, de bouwmassa, de situering en als ensemble. Het gebouw heeft historische waarde, is van cultuurhistorisch belang en representatief voor de stad ‘s-Hertogenbosch. Tevens bevat het pand structuurbepalende kelders die van bouwhistorisch belang zijn. | 2 |
v. Boekel-v. Maaren71. "De Rogge- of Korenbloem". Zie voor bijzonderheden Stratenlijst onder Ruijsche Poort. | 52 |
1865 | E. van Maaren Dirks (in modeartikelen) - J.A. van Maaren (mr. schoen en laarzenmaker en winkelier) |
1875 | J.A. van Maaren (mr. schoen en laarzenmaker, en winkelier) |
1881 | J.A. van Maaren (mr. schoen en laarzenm., winkel) |
1905 | J.A. van Boekel (steenkolenhandelaar, schoenmagazijn) |
1908 | J.A. van Boekel (steenkolenhandelaar, schoenmagazijn) |
1910 | J.A. van Boekel (steenkolenhandelaar, schoenmagazijn) |
1928 | J.A. van Boekel |
1943 | Parfumerie 'Apollo' (handel in toiletartikelen) - P.J.C.H. Vekemans (koopman lederwaren) |